“Muze, bezing mij de listige held, die lang over de wijde wereld zwierf, nadat hij de machtige burcht van Troje verwoest had. Van veel mensen zag hij de steden en leerde kennen hun aard. Veel ellende doorstond hij op zee, vechtend voor zijn leven en de terugkeer van zijn vrienden. Maar, hoe graag hij ook wilde, zijn vrienden redde hij niet; door eigen moedwil vonden zij, dwazen, de dood; want zij aten de runderen van Hyperion, de god van de zon, die hun de dag van de thuiskomst ontnam. Vertel, o goddelijke dochter van Zeus, ook ons dit verhaal en begin het, waar het u goeddunkt.“
(Homerus, Odyssee)